woensdag 11 maart 2015

Feedbackvaag voor Anne

Dag Anne,

Zou jij mij tussentijdse feedback willen geven op mijn SWOT- analyse?
Is scenario 1 herkenbaar en zijn de 'speerpunten' hieruit voldoende benoemd?

Ik zie uit naar de feedback.

Geert

Feedbackvraag voor Margreet

Dag Margreet,

Zou jij mij tussentijdse feedback willen geven op mijn SWOT- analyse?
Is scenario 1 herkenbaar en zijn de 'speerpunten' hieruit voldoende benoemd?

Ik zie uit naar de feedback.

Geert

maandag 9 maart 2015

Innovatief schoolbezoek



Op bezoek bij X11 Media & Vormgeving, Utrecht
Georganiseerd door Lilian de Ruijter

X11 is een vmbo opleiding voor creatieve leerlingen die de ruimte krijgen hun creativiteit/ talent verder te ontwikkelen in een ‘vrije’ omgeving. Samenwerken, oplossingsgericht denken en creativiteit zijn de belangrijkste pijlers van de opleiding.

De opleiding wordt ‘gerund’ door een jong team. Zij hebben de ruimte gekregen van het management om vooral dat te doen wat goed is voor de leerling en school. Ze zijn gewoon begonnen, niet kletsen maar doen.
Vandaag 9 maart 2015 wordt de nieuwe locatie betrokken.  In een gesprek met een van de afgestudeerde MLI docenten; “we weten nog niet waar dit gaat eindigen en hoe we sommige zaken moeten gaan oplossen, maar we gaan gewoon beginnen”. De stoelen waren al aanwezig, de tafels moeten deze week nog komen. Ik bedoel maar.

De leerlingen worden één keer in de vier weken verwacht op de nieuwe locatie en gaan dan werken aan de oplossing van een ‘probleem’. Het aanwezige docenten team begeleidt dan de aanwezige leerlingen. Er wordt gewerkt in een community. Leerlingen gaan op zoek naar antwoorden, op school of buiten school.

Het vak nieuwe techniek neemt een centrale plaats in (ontwerpen, programmeren, gamification, 3d printer, laser- en vinylsnijden). Groepsindeling, vakkenstructuur en lesrooster wordt losgelaten. Docent wordt coach. Grondgedachte is het ontwikkelen van een onderzoekende houding bij de leerlingen waarin het doel is de leerling verantwoording te laten nemen voor zijn onderwijsleerproces. Talentontwikkeling staat voorop. Het gaat om eigenaarschap bij de leerlingen te vergroten. Er wordt gewerkt vanuit PBS (positive behavior system).

Het is een mooi concept wat op het punt staat te starten. De ideeën zijn mooi het enthousiasme groot, ik hoop voor de leerlingen dat het een succes wordt.
We gaan nog een keer terug om te zien of hun droom is uitgekomen.

zondag 8 maart 2015

Quest 3, SWOT



Quest 3, SWOT

GSM heeft unaniem gekozen voor het eerste scenario van Quest 2; Zelfsturende professional. In de scenarioplanning zijn we uitgegaan van twee drijvende krachten; continu leerproces (life long learning) versus afgebakend leren; collectivisme versus individualisme. In scenario 1 wordt de nadruk gelegd op continu leerproces en individualisme. Aan de hand van de sterkte, zwakten, kansen & bedreigingen wil ik een inventarisatie maken van de eigen organisatie, Het Hooghuis locatie ZuidWest (vmbo).

In het onderstaande scenario vindt je de Sterkten, Zwakten, Kansen & Bedreigingen. Het lijkt een scenario met een ‘voorkeur’ voor kansen!


Scenario 1: Zelfsturende professional
Nu, in 2030, is leren niet meer gekoppeld aan een bepaalde fase in het leven, maar is sprake van leven lang leren (Rijksoverheid, 2014). Vanaf de basisschool is een digitaal portfolio voor elke leerling gemeengoed geworden. Het is een weergave van het individuele leertraject met vooral aandacht voor de eigen talentontwikkeling. De 21st century skills zijn binnen de verschillende curricula inmiddels volledig ingebed. Deze vaardigheden bereiden de toekomstige werknemer voor op een flexibele arbeidsmarkt (Onderwijsraad, 2014). Dit betekent dat sprake is van brede opleidingen en specialisaties pas in een latere fase op de werkplek plaatsvinden. Formeel en informeel leren lopen hierbij in elkaar over (Arets, 2009). De lerende geeft zelf sturing aan zijn leerproces (Kessels, 2013). De docent is de coach en helpt de lerende met name in het primair onderwijs bij deze zelfsturing . Klaslokalen zijn vervangen door open ruimten, waar leerlingen ieder hun eigen leerweg inrichten. Maar ook is gebleken dat de werkomgeving een aantrekkelijke leeromgeving is voor de jonge lerenden (Kessels, 2013). In het vervolgonderwijs maken nieuwe media het mogelijk dat de lerende zelf bepaalt hoe, wat en waar hij leert. In tegenstelling tot het begin van deze eeuw kennen de verschillende stromingen in het onderwijs geen vaste studieduur meer (Vandenbosch, 2014). Dit doet recht aan de individuele leertrajecten. Ondersteuning door docenten vindt vraaggericht plaats. Deze docenten zijn master opgeleid, kennen voldoende autonomie en maken gebruik van hun professionele ruimte. Het digitale contact zorgt samen met het leren op de werkplek dat er minder schoolgebouwen zijn. Grenzen vervagen en wereldwijd kan de kennis gehaald worden of deelgenomen worden aan onderwijs. Diploma’s zijn overbodig, immers het digitale portfolio is een weergave van de opgedane kennis, vaardigheden en verworven competenties. Ondanks dat de lerende sterk gericht is op zijn eigen ontwikkeling dient hij in staat te zijn tot samenwerking en een juiste communicatie binnen de dynamische maatschappij.


Sterkten
Talentontwikkeling
Specialisatie op de werkplek
Formeel en informeel leren
De docent als coach (praktijkvakken)
Aantrekkelijke leeromgeving

Zwakten
Zelfsturing leerproces
De docent als coach (AVO)
Nieuwe media
Ondersteuning vraaggericht onderwijs
Leren op de werkplek (stage)

Kansen
Digitaal portfolio
Individueel leertraject
21 st skills
Brede opleidingen
Eigen leerweg inrichten
Geen vast studieduur
Diploma’s overbodig
Samenwerking

Bedreigingen
Leven lang leren
Flexibele arbeidsmarkt
Open ruimten
Master opgeleid
Digitale contact

 



Sterkten
Leerlingen worden vanaf leerjaar 1 ‘ondergedompeld’ met TAlentenTijd (TAT), wat een onderdeel is van LOB. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen bewust zijn en worden van hun talenten, zodat zij een bewuste keuze kunnen maken voor een vervolgtraject.
In de bovenbouw is stage een onderdeel van LOB, waarin leerlingen op de werkplek (stage) begeleiding krijgen van specialisten. De samenwerking vanuit school met het ‘bedrijfsleven’ wordt ondersteund door het stagebureau van ZuidWest. De praktijkdocent zoekt samen met een collega van het stagebureau naar een passende werkplek voor de leerling. Daarbij worden de talenten van de leerlingen meegenomen. Op deze manier ontstaat er een krachtige samenwerking met alle stakeholders en krijgt de leerling de werkplek die bij hem/ haar past.
De ‘praktijkdocent’ coacht, formeel en informeel, in een aantrekkelijke leeromgeving zijn leerlingen. Hij begeleidt daarbij zijn leerlingen bij praktische- en sociale vaardigheden. De docent heeft tussen de 12 en 16 uur contacttijd met zijn leerlingen. De docenten zijn zich ervan bewust dat relatiegericht onderwijs, de leerlingen een gevoel geeft van; ‘ik doe er toe, ik ben welkom hier’. Door deze veiligheid te bieden wordt leren voor leerlingen weer interessant.   

Zwakten
De ‘AVO’ coach heeft minder ruimte om zijn leerlingen optimaal te begeleiden. Het strakke lesrooster en de beperkte ruimte (contacttijd) zorgt ervoor dat de docent alleen maar bezig kan zijn met zijn primaire taak; lesgeven.
‘Onze’ leerling denkt vaak te weten waar zijn talenten liggen en dat hij daarbij geen ondersteuning nodig heeft! De docent/ coach heeft hierbij een belangrijke rol, om de minder goed ontwikkelde talenten van de leerlingen om te buigen naar krachtig ontwikkelde talenten. Het leren op de werkplek moet meer verdieping krijgen om de talenten van de leerlingen nog beter in beeld te krijgen. De begeleiders op de werkplekken hebben nu niet altijd een beeld wat de nog verder te ontwikkelen leerpunten zijn van de leerlingen. School moet daarin een duidelijke rol spelen.
De ontwikkeling van nieuwe media en aandacht voor ICT blijft binnen school een ondergeschoven kindje. Dit heeft nadelen voor de docenten en dus ook voor onze leerlingen. De sociale omgeving van onze leerlingen is daarbij ook niet altijd stimulerend.   

Kansen
Het digitale portfolio biedt vele kansen voor ‘onze’ leerlingen in ‘ons’ onderwijs. Leerlingen kunnen nu op verschillende niveaus hun vaardigheden laten zien en laten registeren. Een taal zwakke leerling haalt op Basisniveau zijn VO, maar op VWO niveau misschien wel zijn wiskunde!
De nieuwe examenprogramma’s zorgen ervoor dat de leerling breed of smal opgeleid kan worden, waarbij hij zijn eigen leerroute kan inrichten. De nauwe samenwerking met het vervolgonderwijs heeft invloed op de studieduur van de leerling. Een leerling krijgt geen ‘doublures’ meer  in het aanbieden van les(stof). De 21st skills zal hij/ zij daarbij nodig hebben om in een breed perspectief te leren kijken waarbij de leerlingen aandacht moeten krijgen/hebben voor: oplossingsgericht denken, creativiteit en kritisch leren denken. Samenwerken mogen we in een steeds individualistische wereld zeker niet vergeten. Onze leerlingen moeten leren wat de kracht van  samenwerken is.
Al deze aspecten zorgen ervoor dat de leerling meer invloed krijgt, om zijn schoolloopbaan zelf te creëren.

Bedreigingen
Een leven lang leren is een mooi gedachten goed; werken aan je eigen ontwikkeling. Voor sommige leerlingen de normaalste zaak van de wereld, voor onze leerlingen kan dit een bedreiging zijn. School is voor hen moeten, niet willen. Zij willen doen waar ze goed in zijn, herhaalde handelingen biedt hen rust en veiligheid, een flexibele arbeidsmarkt waarin flexibiliteit van de toekomstige werknemer wordt verwacht, zorgt daar niet altijd voor. De leerlingen van nu vinden het prettig om te weten waar ze aan toe zijn, waar ze goed in zijn. De ontwikkelingen in de wereld gaan soms te snel voor hen en zij krijgen niet altijd de kans om daar bij aan te sluiten. De sociale omgeving waarin zij zich begeven heeft daar zeker invloed op.
De leerlingen zijn gebaat bij relatiegericht onderwijs, het contact met de docent/ coach is vaak bepalend voor het verloop van de schoolcarrière. Digitaal contact met docenten is voor deze leerlingen daarom geen meerwaarde, die moeten het hebben van face to face contact. Een school waarin een master niveau straks ‘verplicht’ wordt gesteld zal zeker ten goede komen aan de kwaliteit van het onderwijs, daarbij mogen we het relatiegerichte onderwijs/contact niet uit het oog verliezen.

De omschreven bedreigingen behoren niet tot een doemscenario, al lijkt dat misschien wel zo!
Wij, ZuidWest, kunnen deze bedreigingen een positieve wending geven door nu aandacht te besteden aan deze bedreigingen door de kansen en zwakten om te zetten in sterkten en onze leerlingen voor bereiden op de toekomst van 2030!
-Een goed rooster zorgt voor meer contacttijd voor de AVO docent
-Intervisie van LOB docenten om de talenten van leerlingen beter in beeld te krijgen  
-Een stabiel netwerk en voldoende werkplekken voor leerlingen zal het gebruik van nieuwe media versnellen en het plezier daarmee versterken
-Een stuurgroep houdt zich nu al bezig met het opzetten van een digital portfolio. Een
 duidelijke ondersteuning vanuit het management zal dit proces versnellen.
De nieuwe onderwijs visie (2015) van ZuidWest heeft een duidelijke link met het scenario;

“Samen leren en werken aan een kansrijke toekomst”

ZuidWest is zich ervan bewust dat nu werk gemaakt moet worden van het onderwijs om onze leerlingen voor te bereiden voor 2030. De vernieuwing in het VMBO loopt daar als een leidraad doorheen. Er zijn op dit moment verschillende stuurgroepen bezig met innovaties binnen school (passend onderwijs, LOB, herstructurering onderbouw, ELO enzovoorts). Deze staan allemaal in het teken om de zwakten en kansen om te zetten in sterkten. De bedreigingen moeten de status gaan krijgen van kansen. 
Zuidwest staat klaar om werk te maken van het onderwijs van 2030!